Oefenen met
toetsen
Bij Studira oefen je met echte toetsvragen zoals je die op school krijgt, zodat je met zelfvertrouwen én een glimlach je toetsen maakt. Dit onderdeel is alleen beschikbaar voor groep 6 t/m 8.
Reken- en taaltoetsen voor groep 6 , 7 & 8
Op school maken kinderen verschillende toetsen voor de kernvakken taal en rekenen. Meestal maken ze om de 3 of 4 weken een methodetoets en 2 keer per jaar een leerlingvolgsysteem (LVS) toets.
Met ons platform oefen je voor LVS-toetsen (zoals de doorstroomtoets) én methodetoetsen. Zo krijg je bij ons precies dezelfde structuur zoals in de hoofdstukken en blokken de bekende reken- en taalmethodes.
Toetsen met uitleg en aanmoediging
Ons platform is ontworpen om kinderen op een vriendelijke en aanmoedigende manier voor te bereiden op toetsen. Dat doen we bijvoorbeeld met oefeningen die inspelen op de actualiteit, door fouten maken niet te ontmoedigen en door uitleg voor en na de oefening te geven.
Wennen aan LVS-toetsen
Voor de LVS-toetsen kun je niet leren, wel oefenen. De vraagstelling van deze toetsen zijn wezenlijk anders dan die van methodetoetsen. LVS-toetsen zijn ontworpen om het kind te testen en zorgen vaak bewust voor verwarring.
Onze Doorstroomtoets module laat kinderen kennismaken met de uitdagende vraagstelling van de toetsaanbieders Cito, IEP en Route 8.
Wat je moet weten over toetsen ✍️
Basisscholen moeten een leerlingvolgsysteem (LVS) gebruiken om de vorderingen van hun leerlingen in kaart te brengen. De meest gebruikte LVS zijn Cito, IEP en Route 8.
Het volgen van de ontwikkeling van een kind met een LVS gebeurt door middel van observaties van de leerkracht en LVS toetsen. Die toetsen worden vanaf groep 3 meestal 2 keer per jaar afgenomen: halverwege en aan het einde van het schooljaar. De bekendste LVS-toets is de doorstroomtoets, en wordt in groep 8 in februari afgenomen.
Soms zijn het toetsen op papier, maar steeds vaker zijn het digitale toetsen, die de kinderen op de computer maken. De meeste LVS-toetsen bestaan uit de volgende onderdelen: rekenen, taalverzorging en technisch en begrijpend lezen. Een LVS-toets is over het algemeen moeilijker dan een methodetoets.
Studira laat kinderen kennismaken met de vraagstelling van de LVS toetsaanbieders Cito, IEP en Route 8. Je kunt deze onderdelen als doel stellen op Studira en zo gericht voor een onderdeel van de toets oefenen.
Methodetoetsen zijn toetsen om te kijken of leerlingen de lesstof die ze net hebben geleerd voldoende beheersen. De toetsen worden aan het eind van een hoofdstuk of thema afgenomen. Bekende methoden zijn: Wereld in Getallen, Alles Telt Q, Getal & Ruimte Junior, Staal, Pit, Nieuw Nederlands Junior en Snappet.
Afhankelijk van de inhoud van het afgeronde hoofdstuk kan de ene methodetoets bijvoorbeeld over optellen en aftrekken gaan en de volgende over vermenigvuldigen en delen. De toets wordt beoordeeld met een cijfer of met woorden als ‘onvoldoende’ of ‘voldoende’. De toetsen zijn zo gemaakt dat bijna alle kinderen een voldoende kunnen halen zodat ze door kunnen naar het volgende hoofdstuk.
De modules Rekenen en Taal op Studira zijn zo ingericht dat ze aansluiten op de hoofdstukken en thema’s van de bekende methoden
De Taal, Lees- en Rekenoefeneningen zijn methode-onafhankelijk en zijn dus voor alle methodes en LVS-toetsen geschikt. Studira volgt de SLO-kerndoelen, dit zijn de educatieve doelen die zijn opgesteld door het Ministerie van Onderwijs.
Bij het specifiek oefenen voor de Doorstroomtoets houden we bij de manier van vragen stellen rekening met de toetsaanbieder, bijvoorbeeld IEP, Route 8 of Cito. Welke toets je hebt, kun je instellen in het profiel van Studira. De vraagstellingen passen zich aan aan de toets die je hebt op school.
Bij methodetoetsen kun je aan de leerkracht vragen welke onderwerpen op dat moment worden behandeld, wat de kinderen daarover leren en hoe je met jouw kind kunt oefenen. Deze onderwerpen kun je dan als doelen stellen op Studira.
Over het algemeen is het gemakkelijker om een kind te helpen met het verbeteren van prestaties op een methodetoets dan op een LVS-toets. Het uitgangspunt bij de LVS-toetsen is dat de kinderen daarvoor niet extra hoeven te oefenen.
We hebben binnen Studira een speciaal toetsen doel ontwikkeld, waarmee je kind wel alvast kan wennen aan de vraagstelling van de verschillende LVS-toetsen.
De Doorstroomtoets is de laatste LVS-toets van de basisschool. Eerder werd deze ‘Eindtoets’ genoemd. In januari groep 8 krijgen kinderen hun voorlopig schooladvies van de leerkracht. In februari maken kinderen in groep 8 de Doorstroomtoets. In maart ontvangen kinderen hun definitieve schooladvies en kunnen ze zich gaan aanmelden voor de middelbare school.
Cito, IEP, Route 8, AMN, Diataal, de Rijksoverheid (DOE-toets) maken allemaal een Doorstroomtoets en scholen kunnen kiezen welke ze afnemen.
De entreetoets was de toets in groep 7 waarmee je een voorlopig schooladvies kreeg. Deze is vervallen en het voorlopig advies komt nu in groep 8 en wordt onder meer gebaseerd op alle LVS-toetsen en de inzichten van de leerkrachten.
Methodes hebben als doel kinderen iets te leren, LVS-toetsen om het niveau te bepalen. Dat een kind verschillend presteert op methodetoetsen of LVS-toetsen is dus goed mogelijk.
De LVS-toetsen zijn over het algemeen moeilijker; er komen onderwerpen in voor die de kinderen langer geleden hebben geleerd en onderwerpen die ze nog niet hebben geleerd. Op LVS-toetsen komt alle stof aan bod die je tot dat moment hebt gehad. Methodetoetsen zijn gemakkelijker omdat ze gaan over lesstof die onlangs is geleerd en waarmee meestal veel is geoefend. De stof zit nog vers in je geheugen. Om goed voorbereid te zijn op de LVS-toetsen is het dus belangrijk om onderwerpen te blijven oefenen en herhalen.
Wat ook kan meespelen bij lagere LVS-toetsscores is stress of faalangst, vooral als er in de omgeving van het kind veel nadruk wordt gelegd op de LVS-toetsen. Het is belangrijk om de toetsen ontspannen te benaderen.
Andersom kan echter ook: een kind presteert beter op LVS-toetsen dan op methodetoetsen. Dat kan bijvoorbeeld te maken hebben met de werkhouding van het kind: het heeft bijvoorbeeld geen zin om veel te oefenen of om zijn best te doen tijdens een methodetoets. Of wellicht was het kind afwezig of ziek toen de belangrijkste lesstof van een hoofdstuk werd uitgelegd. Het kan ook te maken hebben met onderpresteren. Voor sommige kinderen bieden de methodetoetsen weinig uitdaging omdat ze te makkelijk zijn. Voor hen is een LVS-toets juist wel een uitdaging, omdat ze daarin kunnen laten zien dat ze hun kennis kunnen toepassen, ook op onderwerpen die ze nog niet helemaal hebben geleerd.
Als je kind er aan toe is kun je dit proberen. Anders is oefenen voor Taal en Rekenen ook een heel goede voorbereiding op de LVS-toetsen in groep 6 en 7.
Start nu met doelgericht oefenen
Heb je een reken- of taaltoets die eraan zit te komen? Kom oefenen op Studira!